Gevoelens en ervaringen invullen: begrippen van spreekballonnetjes voorzien           Terug

2.1  Ieder krijgt de tekst, met voldoende wit-marge.
2.2 Ieder leest de tekst in stilte.

2.3

Ofwel zijn een aantal woorden, begrippen, beelden in de tekst onderstreept,
ofwel kiest ieder een aantal woorden, begrippen en beelden uit en onderstreept die.

Bij elk onderstreept woord wordt een spreekballonnetje gemaakt (laat het woord voor jou spreken!):
wat roept dit woord aan persoonlijke gevoelens en ervaringen bij je op?

2.4

De tekst wordt nu voorgelezen tot en met de eerste zin waarin een woord onderstreept werd.

Ieder die dit wenst vertelt wat men in het spreekballonnetje geschreven heeft.

De begeleider kan daarna er aan toevoegen wat dit woord / begrip toen betekende of opriep.
Soms is dit wellicht tegenstrijdig aan onze ervaringen, soms gewoon anders, soms onze
gevoelens en ervaringen versterkend.

Zo de tekst helemaal doorwerken.

2.5 Bij wijze van afsluiting de tekst in zijn geheel lezen.

Terug